Pagina's

vrijdag 19 december 2014

Kipkluiven en een vlinderstrik

Al meer dan een week is hij er mee bezig. En hij niet alleen als ik de andere ouders mag geloven. Ze zijn er allemaal mee bezig: Hét Kerstdiner. De moeder van Tom gaat pizza's bakken, Rosa maakt zelf cakepops en Kees gaat zijn bewegende en zingende kersthoed op doen. "We hebben meer kinderen in de klas hè, dit jaar!" roept hij tegen Vader, "je moet er dus 30 maken!". 's Ochtends vertrekt Vader in alle vroegte richting supermarkt om er zoveel mogelijk te bemachtigen. Hij komt de moeder van Boris tegen, haar kar volgeladen met bladerdeeg en verschillende soorten knakworst, rekening houdend met de diversiteit in de klas.

En waar de ouders de hele dag staan te zwoegen en zweten in de keuken, lopen ze op school al op te scheppen over hoeveel en wat er gegeten gaat worden en wie dit jaar het ‘klassenrecord kipkluif eten’ gaat verbeteren. De juffen beloven dat zij jurken aantrekken vanavond, maar dan moeten de kinderen ook allemaal deftig doen. Nu is Zoon nog niet zo van de nette pakken, maar hij snapt inmiddels wel dat het aantrekken van mooie kleren bij een feestelijke gelegenheid min of meer verwacht wordt door de omgeving en tja, de ‘ik-wil-er-toch-ook-wel-bij-horen-fase’ is pril, maar inmiddels begonnen. Het hagelwitte overhemd mèt vlinderstrik gaat dus, tot mijn stomme verbazing, warempel gewoon aan, terwijl ik sentimenteel een traantje wegpink alsof hij gaat trouwen ofzo. Ik doe zelfs een poging om wat gel te smeren, maar er zijn blijkbaar (nog wel) grenzen.
Opgewonden en met een tas vol kipkluiven schuift Zoon aan de lange kerstige tafel aan, een groot haardvuur brandend op het digibord. Vanaf hier is het verboden voor ouders.

Met een te dunne, te zoute, doch zelfgemaakte kom snert en een lauw gluhwijntje uit een plastic beker, dat gelijk naar je hoofd stijgt, kletsen wij, op het schoolplein, rond de vuurkorf, naast de levende kerststal, begeleid door live muziek, gezellig en met koude tenen het uur vol. Tot de eerste uitgelaten en redelijk verwilderde kerstfeestgangers met hoogrode wangen komen melden dat het supercool was, dat Hessel het klassenrecord kipkluif eten verbroken heeft met 6 (!) en dat ze nu eigenlijk ook wel een beetje buikpijn hebben en misselijk zijn, de wangen ondertussen verblekend naar krijtwit. Na een half uur zoeken naar het meegenomen bestek (voorzien van naam, dat scheelt) en natuurlijk wéér die fietssleutel, gaan we weer naar huis.
Mooie traditie toch, dat kerstdiner op school.

vrijdag 12 december 2014

Slaap kindje slaap

Voor de meeste kinderen is het zo dat, wanneer zij hun hoofd ten ruste leggen op een kussen, zij binnen hooguit een kwartiertje, in slaap vallen. Dit geldt niet voor onze zoon, die heeft namelijk last van, zoals wij dat noemen, Tomeloze en Bruisende Energie. In slaap vallen is elke dag, al jaren, een hele opgave. Van alles hebben we gedaan om hem hiermee te helpen. Je kan het zo gek niet bedenken of we hebben het wel in de praktijk gebracht.
Hierbij een kleine greep uit onze uitprobeersels. De wekkermethode: om de twee, drie en vervolgens steeds meer, minuten naar je kind lopen en hem geruststellend toespreken dat hij mag gaan slapen. Hier krijg je in elk geval gespierde bovenbenen van, tenminste, wanneer je in een huis woont met een trap. Met een stoel elke dag een stukje verder weg van het bed gaan zitten: je zit voor aap, maar het schijnt soms te werken, behalve bij ons. Stickers plakken: werkt gedurende de eerste vijf stickers, daarna is het effect nihil. Een rustgevend muziekje: hiervan viel ik zelf binnen vijf minuten in slaap, maar gaf ik in elk geval het goede voorbeeld. We hebben ons zelfs aan een soort handoplegging, aangeraden door een heus ‘medium’, gewaagd, maar met een kietelig kind ontaardde dat telkens in de slappe lach.

De raarste capriolen hebben we uitgehaald. In het ledikant erbij liggen tot je niet meer kon bewegen vanwege de slapende ledematen, want die sliepen inmiddels wel. Aaien over neus, haren, handen, warme melk met honing, massage, lamp aan of juist uit, deur dicht of toch open, lichtdoorlatende en verduisterende gordijnen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Wanneer er een wedstrijd bestond voor ‘hoe kan ik mijn kind in slaap laten vallen’, waren wij daar inmiddels meervoudig kampioen in, zeker weten. Ten einde raad schreef ik mij in voor een informatieavond over ‘kind en slaap’, waar ik hoopte dé oplossing te vinden, maar deze niet kreeg.

Wij kunnnen het niet voor hem oplossen, hoe graag we dat ook zouden willen. Wij kunnen het slechts erkennen en accepteren dat dit bij hem hoort, zodat hij er zelf mee kan leren omgaan. En als dat betekent dat wij, totdat hij het huis uitgaat (waarvan hij nu beweert dat hij dat nooit zal doen, omdat hij altijd bij ons blijft wonen), op de rand van zijn bed moeten zitten totdat hij in slaap valt, dan doen wij dat. Niet altijd met plezier, toegegeven, maar wel altijd met berusting en vooral met liefde. Het levert zo af en toe nog een paar blogjes op ook…

donderdag 11 december 2014

Lachen, gieren, brullen

Ik las laatst een artikel over een onderzoek van Wilco van Dijk*, naar leedvermaak. Hij heeft ontdekt dat leedvermaak, of lachen om iemand anders zijn geblunder, als positieve emotie gezien moet worden. Hij heeft daarvoor testen gedaan met studenten. Was niet nodig geweest, want hij had ook bij mijn zoon en zijn vrienden langs kunnen komen die op dit moment de kampioenen van dé Humor zijn, tenminste, dat vinden zij zelf. Als ik ergens ga zitten heb ik kans dat ik, slechts voor de 100e keer die dag, op een whoopiekussen ga zitten. Er zwerft al weken een nepdrol door het huis en op de gekste plekken liggen bedrieglijk echt uitziende plastic spinnen. Ik ben continu op mijn hoede, maar schrik mij toch elke keer weer een megahoed, wanneer ‘de keizer van de lach’ himself, weer ergens achter vandaan tevoorschijn springt, terwijl hij keihard “BOE!” roept. Vaak gaat het niet eens om zelf grappig te willen zijn, maar meer om het willen shockeren van de ander en daar dan helemaal door in een deuk liggen. Wanneer ik net ben bijgekomen van dit schrikbewind staat hij alweer zijn oogleden omhoog te trekken en laat hij zijn mooie bruine ogen verdwijnen naar de binnenkant van zijn hoofd, terwijl hij gniffelend vraagt of ik “Dit ook eng vind?".

Mooi hoor, deze ontwikkeling van het schoolkind met steeds meer interesse en aandacht voor de reacties van anderen, maar het vergt veel van zijn omgeving, poeh!

Tom en Jerry, Roadrunner, SpongeBob en vooral Lachen om Home Video's. Hoe meer iemand valt, een mep krijgt of uit elkaar spat, hoe harder er wordt geschaterd. Ze vallen letterlijk van de bank van het lachen. Wanneer er, vanuit school, 3 km. naar de ijsbaan moet worden gefietst voor het schoolschaatsen (het nieuwe schoolzwemmen, maar dan anders), wordt er na afloop niet enthousiast verteld over hoe goed het schaatsen ging en hoeveel ze geleerd hebben (dit laatste is vrij normaal eigenlijk), maar proestend verslag gedaan over hoe vaak ze onderweg onderuit zijn gegaan tijdens de fietstocht en hoe groot de bult was van een klasgenoot, die viel op het ijs, waarmee hij zelfs naar de huisarts moest: “We hebben echt zó gelachen!”.

Wordt mijn kind een sadist en groeien hij en zijn vrienden uit tot seriemoordenaars? Wilco van Dijk en de pedagogiek stellen gerust. Het kan nl. ook gewoon “De slapstickachtige situatie zijn waardoor het leed van een ander op de lachspieren werkt.” Bovendien wordt hierdoor het zelfbeeld en de eigen identiteit ontwikkeld. Gelukkig is mijn kind voorlopig nog niet uitontwikkeld. Kan het met dat ‘gevoel voor humor’ misschien toch nog goed komen.

* Waarom lachen we om andermans leed?