Pagina's

vrijdag 28 november 2014

Het waakvlam syndroom

Waarschijnlijk beter bekend als de “Ooow-aandoening” of de “Oepsie-kwaal”. Ik heb mij er een tijdje zorgen over gemaakt, vroeg mij serieus af of dit wel normaal was. Totdat ik sprak met andere ouders, oftewel lotgenoten, in dit geval.

Wat is het?

Het komt geruststellend vaak voor en begint omstreeks een jaar of vijf. Althans, dan begint het op te vallen. Procentueel komt het vaker voor bij jongens dan bij meisjes, wat niet wil zeggen dat meisjes er geen last van hebben.

Symptomen

De symptomen dienen zich langzaam aan, maar zijn al snel uit duizenden te herkennen. Het begint vrijwel altijd met dé slome afwezige blik. Deze blik laat zien dat er aan hersenactiviteit op dat moment niet veel meer aanwezig is dan slechts een klein schamel waakvlammetje. Vrij snel gevolgd door de, alles behalve daadkracht uitstralende, woorden zoals “Ooow, vergeten” of “Oepsie”. Wanneer je kind vervolgens minstens tien keer per dag iets vergeet, jij zelf merkt dat je, alwéér, voor de zoveelste keer die week, door weer en wind, terugfietst naar het trainingsveld voor de vergeten, tas, jas, schoenen of fiets, spreken we van het waakvlam syndroom.

Ervaringen van lotgenoten

Lotgenoten vertellen over het plotseling verschijnen van 2 blauwe sportbroekjes in de gymtas, terwijl hun kind er ’s ochtends toch echt maar ééntje mee had in diezelfde tas. Ook mysterieus verdwenen kledingstukken en attributen worden vaak genoemd. Soms zie je deze nooit meer terug. Wanneer twee waakvlam-getroffenen elkaar tegenkomen kan het zelfs gebeuren dat kind 1 zijn handschoenen, oepsie, vergeet bij kind 2, kind 2 deze de volgende dag in zijn tas heeft om terug te geven aan kind 1, maar dit, ooow, vergeten is en de volgende dag de handschoenen weer terug zijn bij af, waar ze op de Grote Hoop terecht komen bij de sjaal van kind 3, de skibril van kind 4 en de onderbroek (hè?) van kind 5. Verder worden er meldingen gemaakt over vergeten topotoetsen, vergeten speelafspraken, vergeten wat je ook al weer wilde gaan doen, vergeten om antwoord te geven op een vraag en ga zo maar door. Oma wist het al: “Het is maar goed dat hun hoofd vastzit aan hun nek, anders zouden ze die ook nog vergeten”.

Oorzaak, behandeling èn preventie

Ze zeggen dat een kind dat alles vergeet een moeder heeft die alles onthoudt. Zou wel eens kunnen kloppen misschien...

                                                            Praten met lotgenoten? Neem gerust contact op!


vrijdag 21 november 2014

Twijfel Klaas

Wanneer is een kind toe aan de niets ontziende waarheid over Sinterklaas? En hoe pak je dat aan? Te vroeg vertellen en je hebt de kans dat je kind zich bedrogen voelt. Te laat vertellen en je hebt de kans dat je kind zich bedrogen voelt. Huh? Ja hoor, weer niemand die precies weet wat het beste is. Want ook hier geldt dat elk kind anders is en op zijn eigen unieke manier gaat reageren op dé waarheid. Mijn theorie is dat een kind vooral zelf moet willen niet meer te geloven, wat iedereen om hem heen ook roept of beweert.

Zo heeft Zoon hét vorig jaar niet willen horen, terwijl de onthulling hem ruimschoots werd aangereikt in de vorm van subtiele hints en uiteindelijk zelfs door keiharde confrontaties. Hij zag niks, hoorde niks en beweerde zonder blikken of blozen dat hij echt nóóit andere kinderen iets geks, zoals ‘Sinterklaas bestaat niet’, hoorde zeggen. Tot het ‘moment suprême’ , pakjesavond. Terwijl we samen naar huis fietsten, waar de familie al helemaal klaar zat, kwam de ‘out of de blue' mededeling: "Oh ja, ik weet het geheim van Sinterklaas hoor, dat jullie de cadeautjes kopen enzo." Geen ‘big smile’, geen bedroefd gezicht, maar een, bijna zakelijke, neutrale mededeling was het, boem. Het raakte mij meer dan hem. Daar gingen we weer: loslaten moeders! ‘Bye bye’ kleine jongen met je onvoorwaardelijke geloof in de magische wereld, welkom harde realiteit. Weer een tijdperk vol romantiek en kneuterigheid afgesloten.

Na een gepaste rouwperiode begon ik echter al gauw de grote voordelen van het toetreden tot de Club van Ongelovigen te zien. Geen gestress meer op de laatste nippert met 1000 overvolle tassen, slepend door de stad, met het lied ‘ik ben toch zeker Sinterklaas niet’ gonzend in je hoofd. Geen hyperactief kind meer dat van de spanning geen oog meer dicht deed, maar RUST! Het heerlijk avondje zou weer ècht heerlijk worden! Weekje van te voren samen cadeautjes kopen, een paar gedichtjes erbij, spelletje doen en dat was’t weer. Helaas bleek het brein van Zoon iets langzamer te werken dan mijn veranderingsgezindheid. Vol overgave werd dit jaar weer het Sinterklaasjournaal aangezet, werd er begonnen aan een verlanglijst (met de nadruk op lang) en werd er een schoen gezet, vergezeld van een luid "zie ginds komt de stoomboot". Op de vraag of hij ook naar de intocht wilde in de stad met de nep Sinterklaas kwam het verpletterende antwoord: "Nee joh, hij komt dit jaar niet in de stad aan, maar in Gouda!" Hij wist heus wel hoe het zat hoor, met "dat geheim enzo", maar hier had ik het toch echt mis, want er is maar één Sinterklaas en die was vandaag in Gouda.

Dat wordt dus nog een jaartje rennen,springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Best gezellig, alhoewel… De cadeautjes, lijstjes, inpakken en gedichten moeten nog, zucht…


vrijdag 14 november 2014

❤️ PEUTERS

Voor en door mijn werk bevind ik mij reeds 25 jaar tussen de peuters. En wat een leuk volkje is dat toch, ook al kunnen het soms ook enorme monsters zijn die de volwassenen in hun omgeving tot machteloosheid en wanhoop weten te drijven. Je kan het zo gek niet bedenken of ik heb elke mogelijke uitlating van dwarsheid wel een keer voorbij zien komen. Van zichzelf krijsend ter aarde storten (komt behoorlijk vaak voor) tot adem inhouden inclusief blauw aanlopen. Van kotsende woede tot headbangen tegen muur, grond, ledikant (of een ander kind, serieus). Van gooien en smijten met alles wat maar voor handen is tot apathisch voor zich uit starend (de engste wat mij betreft). En waarom? Om gehoord, gezien en opgemerkt te worden, da’s alles.

Ook al lijkt het behoorlijk gestoord en zorgelijk gedrag waarmee je als ouders gelijk naar de kinderpsychiater wilt hollen, wees gerust, het is volstrekt normaal. Een prachtig proces van zelfstandig worden, eigen wil ontdekken en grenzen van zichzelf en anderen opzoeken. De peuter laat het ons zien en horen. Die peuter heeft het echter moeilijker met ons, dan wij met hem, want wat is dat allemaal voor grote-mensen-onzin: je bord moet leeg, zand moet in de zandbak, je moet een jas aan, in bed blijven liggen, éérst dit en dan dat, en vooral niet: springen op de bank, schreeuwen in de winkel, kijken met je handjes (want dat doe je met je oogjes, deze heb ik nooit begrepen) en zo kan ik nog wel even doorgaan. ‘Moet’ en ‘niet’, twee onbegrijpelijke en onverstaanbare woorden voor een peuter die juist ‘wil’ en ‘wel’.

Ik heb wel makkelijk praten hoor, want 'die van ons' was niet 'zo moeilijk'. Het dwarsigste wat hij ooit heeft gedaan is een rozijn in zijn neus stoppen en boos volhouden dat hij dat niet had gedaan. Zaklamp inspectie toonde aan dat er inderdaad niks te zien was dus werd zoon geloofd. Totdat er na 2 weken toch wel een erg onwelriekend luchtje om hem heen kwam te hangen. “ROZIJN!", schreeuwde mijn moederinstinct en de huisarts bevestigde dat er “inderdaad een object in de neus aanwezig” was, maar dat hij niet (meer) kon zien wat het was. Erger nog, hij kreeg het er met geen mogelijkheid uit. Door naar het ziekenhuis, waar 4 dokters met vrouw (in dit geval) en macht met elk eng uitziend instrument dat ze maar voor handen hadden, en in het neusgat paste, zaten te pulken, peuteren en wroeten. Zoon hield krijsend, schoppend en slaand vol dat hij “GEEN rozijn!” in zijn neus had. Totdat er plots met een enorme nies gelukkig een eind aan dit bloederige debacle kwam. Nooit geweten dat een rozijn zo kolossaal kon worden.

Echt, het zijn mijn lievelingsmensen, die peuters.

vrijdag 7 november 2014

'Nep' Broer en Zus

Twee keer per jaar zien ze elkaar. Ze kennen elkaar van vroeger en zijn maatjes van het eerste uur. Ze komen uit een andere wereld dan die waar ze nu in leven. Ze delen dezelfde roots. Hun vaders en moeders zijn onbekend. Een kindertehuis en een pleeggezin verder kwamen ze elkaar weer tegen toen ze, net voor hun 2e verjaardag, werden opgehaald door ons, de adoptieouders. Dat dit vrolijke, elkaar continue meppende en elkaars speelgoed afpakkende trio, een speciale band met elkaar had was ons al snel duidelijk. Deze kinderen hadden elkaar lief. En wij ouders besloten dan ook om deze bijzondere verbintenis warm te houden en elkaar twee keer per jaar te blijven ontmoeten. Een soort feestjes zijn het, waarbij de kinderen na een paar tellen om elkaar heen draaien, elkaar weer vinden alsof ze elkaar gisteren nog hebben gezien. Ze pakken de draad van het vorige bezoek zo weer op. Het geeft ons als ouders elke keer weer een kippenvelmomentje.

De feestelijke dag wordt steevast afgesloten met een etentje in een restaurant van het land van herkomst, alhoewel de Tepan Yaki Mix in sojasaus niet door alle, inmiddels verwesterde, aanwezigen meer gewaardeerd wordt en met stokjes eten leuk, maar verdomd lastig blijft. Terwijl wij ouders gezellig nog een, uit het geboorteland afkomstig, biertje wegtikken bespreken de kinderen ondertussen serieuze adoptievraagstukken met elkaar. Dat het bijvoorbeeld niet eerlijk is dat Grote Zus, geboren en getogen in Nederland, niet geadopteerd is. Zij zou namelijk ook wel geadopteerd willen zijn. Niet getreurd, ook daar weet het trio wel raad mee: “We doen gewoon net alsof jij óók geadopteerd bent, maar dan wel uit België, anders gelooft niemand het”.

Ook geadopteerd willen zijn, we hebben het allemaal als kind wel eens gedacht waarschijnlijk, gehoopt misschien wel zelfs. Het is een spannend idee dat de fantasie prikkelt. Misschien ben je wel de dochter van een Afrikaanse koning, of de zoon van die beroemde zangeres uit Colombia. Maar stel je eens voor dat het echt zo is, dat je echt geadopteerd bent. Dan zijn er maar een paar die precies weten en begrijpen hoe dat is en hoe het voelt en dat zijn zij: je ‘nep’ Broer en Zus.