Pagina's

vrijdag 27 maart 2015

Gewoon speciaal

Ik weet nog goed dat wij voor het eerst met onze kersverse, bijna tweejarige, zoon gingen wandelen in de buurt. Wat voelde ik me trots en speciaal. Iedereen keek naar ons. Dat idee had ik tenminste, maar ik denk dat het ook echt zo was. We vielen blijkbaar nogal op, met onze kleine Chinees. Heel stom waarschijnlijk: ik had me van zo’n beetje alles van tevoren een voorstelling gemaakt, behalve dat we zo in het oog zouden springen met z’n drietjes.

Inmiddels zeven jaar verder ben ik er aardig aan gewend geraakt dat we kennelijk een opmerkelijk gezin zijn en sta ik er eigenlijk nauwelijks meer bij stil. Mensen onthouden en herkennen ons aan onze zoon. Op die momenten zijn we de bijzondere ‘ouders van’. Maar op alle andere momenten zijn we net zo alledaags en doorsnee als een ander gezin. Soms speciaal, maar meestal gewoon.

Eigenlijk geldt dat bij alles rond adoptie en vraag je je als adoptieouder dus ook regelmatig af of het gedrag van jezelf of je kind misschien ‘adoptiegerelateerd’ kan zijn. Hoort het bij adoptiekinderen, het adoptieouderschap , of is het gewoon en normaal, zoals het er bij iedere familie aan toe gaat? En zo doet onze zoon dat ook, af en toe. Opeens, uit het niets, is daar een speciale vraag, over herkomst, adoptie, over ‘zijn land’, die, nadat wij antwoord hebben gegeven, steevast gevolgd wordt door een alledaagse-jongens-van–9-back-to-reality-vraag: ‘komt het eigenlijk vaak voor dat iemand in zijn eigen doel schiet?’. Tussen het speciaal zijn door is hij namelijk vooral bezig om een gewone jongen te zijn. Meestal gewoon, voor ons altijd speciaal.


zondag 8 maart 2015

Moederkloek

Als je kind een dreumes is, is het vaak lachwekkend en aandoenlijk, ontroerend zelfs, wanneer hij alles zelf wil doen. Zelf eten, aankleden, traplopen, deuren open- en dichtdoen. Het kost alleen een beetje veel tijd, da’s alles, maar wanneer je die tijd hebt (zelden) en het geduld (te weinig) is dat helemaal niet erg. Er komt namelijk vanzelf een dag dat het je weer tijd op gaat leveren. Wie zaait, zal oogsten. En ook al komt het vaak helemaal niet uit en hebben we eigenlijk altijd haast, je stimuleert je kind toch meestal om het zelf te doen, zodat het Zelfstandig kan worden. Al die andere miljoen keren doe jij alles dan wel voor hem, wel zo snel, makkelijk en efficiënt en hé, dat doen moeders nou eenmaal.

En zo doe je, zonder dat je het zelf, als moederkloek, in de gaten hebt, dus veuls te veul voor je kind. Totdat je zo’n leuk opvoedkundig lijstje tegenkomt (http://www.jmouders.nl/opvoeden/gedrag/zelfstandig), waarin bijvoorbeeld nogal confronterend staat dat een kind tussen 8–10 jaar in staat is zijn eigen sporttenue bij elkaar te zoeken en zijn eigen sporttas in te pakken. Dát vroeg directement om een DGV (Drastisch Grote Verandering)! Stomverbaasd keek Zoon mij aan, toen ik van de een op de andere dag tegen hem zei dat hij zelf zijn sportkleren bij elkaar moest zoeken en zijn tas moest inpakken. ‘Maar dat doe jij toch altijd?’ ‘Klopt, maar nu niet meer’, zei ik heldhaftig, ‘denk je dat je het zelf wel kan?’ Beledigd: ‘Tsss, ja duh, natuurlijk hé, ik ben négen! M’n vrienden doen dat ook allemaal zelf hoor.’

En daar toog Zoon trots naar boven, waar ik na zo’n 10 minuten absolute stilte toch maar eens poolshoogte ging nemen. Daar stond hij, moeilijk kijkend, voor een kledingkast waar echt nog nooit van zijn langzalzeleven spullen van hem in hadden gelegen, boos roepend: ‘Ik kan het écht niet vinden hoor!’ Geduld, fluisterde het kleine pedagogisch verantwoorde stemmetje in mijn oor: ‘heb je al in je eigen kast gekeken?’ …

Inmiddels weer een poosje verder hoorde ik Zoon een lied inzetten. Hij was overduidelijk in zijn nopjes. Voor de tweede keer naar boven lopend, want hoe lang kan iemand bezig zijn met een tas inpakken én we moesten zo toch echt wel weg, trof ik hem druk spelend op zijn kamer met alle voorhande zijnde attributen, keurig om de sporttas heen geposteerd, in zijn onderbroek, reeds zijn voetbalshirt en één voetbalkous aan, dat dan weer wel. ‘Wat ben je eigenlijk aan het doen?’ ‘Aan het spelen.’ ‘Jij zou toch je sportkleren aan gaan doen en je sporttas inpakken?’ ‘Jaha, doe ik toch ook?!? @€$¥?!’

Lang leve de autonomie van het kind, het kost alleen een béétje veel tijd, da’s alles. Misschien moet ik me toch maar eens opgeven voor een cursusje tuinieren, over zaaien, en oogsten…