Pagina's

zaterdag 23 september 2017

Komt goed

Het is gebeurd. Zoon gaat naar het voortgezet, zo maar, opeens, gisteren zat hij nog in groep 1!

Sentimenteel als ik ben bij het behalen van mijlpalen, herinner ik mij die eerste schooldag nog als de dag van gisteren, terwijl het toch alweer acht jaar geleden is dat wij met onze kleine kleutersmurf de basisschool binnenstapten. Gevoelsjaren tegenover realistische jaren, en ik pink een traantje weg.

Binnen een week is ons kind getransformeerd van schoolkind tot een heuse brugpieper. Hij doet dat goed en vervult zijn nieuwe rol met verve, alsof hij al maanden naar de middelbare gaat. Onvoorstelbaar knap, wanneer je bedenkt wat hij daarvoor allemaal moet doen! Inloggen met 100 verschillende wachtwoorden, terwijl betreffende sites niet blijken te werken, boeken heen en weer sjouwen, terwijl de helft van de boeken er nog niet eens is, sportschoenen voor binnen- en buiten in je extra rugzak meezeulen, kennismakingsactiviteiten bijwonen en zorgen dat je in elke groepsapp die er toe doet wordt toegelaten, zodat je meefietsafspraken kan maken met je nieuwe vrienden. Lange dagen maakt hij, soms van 8.00–18.00 uur.

Hij lijkt zich nergens druk over te maken en loopt vrolijk zingend door het huis. In tegenstelling tot zijn moedertje, die rent ondertussen als een kip zonder kop, zombie of halve dwaas door het huis en probeert zo ‘chill’ mogelijk te doen over deze immense stap, terwijl de wallen onder de ogen gestaag verder zakken. Zo is er bijvoorbeeld het ‘dingetje’ van de afstand die zoon nu moet fietsen dwars door de drukke stad, bepakt en bezakt met zo’n 30 kilo achterop zijn fietsje. Elke sirene lijkt voor hem bedoeld. Later beginnen met school dan je ouders met hun werk, omdat hij de eerste twee uur vrij is: komt hij wel op tijd op school (weer die sirenes) en sluit hij het huis goed af, zodat we ’s avonds niet in een leeggeroofd huis thuiskomen.

De meeste goedbedoelde vragen en zorgen hou ik voor me, maar soms ontglippen ze me toch, want waar het hoofd vol van is… ’Hoe laat hebben jullie afgeproken? Moet je die boeken echt állemaal meenemen? Heb je nog genoeg geld bij je voor drinken? Heb je wel gegeten? Waar is eigenlijk je regenbroek gebleven?’ Rustig en verstandig hoort hij het geduldig aan, om vervolgens met zijn allerliefste brugsmurfenblik gerust te stellen: ‘komt goed’.
Want ook dat heeft hij geleerd in die ene week.